Laat ‘circulair’ niet slechts voornemen zijn

Donderdag 26 september 2024

Als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg. Flauwe wijsheid misschien, maar wel waar. De Rijksoverheid ambieert een circulaire economie: in 2030 moet de helft van onze spullen circulair zijn, dus zo geproduceerd dat alles weer herbruikbaar is. Die ambitie op papier zetten, levert echter geen wonderen op. Onze economie is gebaseerd op de oude regels van winstmaximalisatie en beloont bedrijven die spullen zo goedkoop mogelijk maken. Bedrijven die duurzamer willen produceren, meer lokaal, en van gerecyclede materialen, hebben daarmee een groot concurrentienadeel: hun product is altijd duurder, omdat het niet gemaakt is van goedkope aardolie of tegen lage lonen.

Nu 2030 dichterbij komt, zien we de bedrijven en organisaties omvallen die vol goede intenties waren gericht op circulariteit. Of het nou gaat om het recyclen van plastic verpakkingen, of de keten van gedragen kleding en textiel.

Kort in de mode

Neem de mode-industrie. Naar schatting is de sector verantwoordelijk voor 10 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. De vervuiling lijkt alleen maar toe te nemen: er verschijnen meer modecollecties die steeds korter ‘in de mode’ zijn. Veel ketens produceren spotgoedkope kledingstukken die na drie keer wassen uit elkaar vallen, door het gebruik van spotgoedkope plastic vezels.

Het duurzame alternatief, vezels die gemaakt zijn uit oud textiel, wordt nauwelijks afgenomen door modebedrijven. Het Zweedse Renewcell maakte nieuwe vezels van gedragen textiel. Prima vezels, duurder dan uit goedkope landen. Het bedrijf heeft het niet gered (al maakt het nu een doorstart onder een andere naam). Het Nederlandse Loop.a life maakte ook nieuwe kleding door de vezels uit oude kleding te verwerken. Dat bedrijf is inmiddels failliet.

En ook op andere plekken loopt de keten van recycling spaak. Nu Afrikaanse landen liever zelf goedkope kleding uit Azië importeren, bedanken ze voor onze tweedehandsjes. Geef ze eens ongelijk: de kwaliteit van kleding die Nederlanders kopen, en daarna tweedehands inleveren bij de textielbak, neemt al jaren af. Door de oorlog tussen Rusland en Oekraïne is de afzet van tweedehands kleding ook daar ingestort.

Textielcontainers

Over ruim vijf jaar is het 2030. Zonder een aanpassing van nationale wet- en regelgeving zullen we blijven opereren in een systeem dat recycling benadeelt en vernietiging van textiel (economisch) bevordert. Wachten op Europees beleid duurt te lang. Zonder ingrijpen worden de gemeentelijke textielcontainers op termijn niet meer geleegd. Nu al draaien de inzamelaars en sorteerders van gebruikte kleding verlies; hun voorraden tweedehands kleding lopen op. Zij raken de inhoud aan de straatstenen niet meer kwijt als we niets doen.

Het kán ook anders. Beloon de ondernemers in Nederland en Europa die het anders doen. Zorg dat de textielsector in Nederland weer gaat leven. De overgang naar een circulaire economie moet worden versneld met de nadruk op innovatie en het stimuleren van markten voor tweedehands en gerecyclede textielproducten. Schaalvergroting is de sleutel tot een beter kostenmodel voor recycling.

Het is van essentieel belang dat zowel op Europees als nationaal niveau de urgentie van deze problematiek wordt erkend. Gemeenten spelen hierbij een rol, bijvoorbeeld in het informeren van inwoners over de impact van hun kledingkeuzes en de noodzaak van kwaliteitskleding boven goedkope, snel geproduceerde troep.

Er kan al veel

Ook moeten er maatregelen komen in de keten die het gebruik van gerecycled textiel in nieuwe producten stimuleert. Verplicht bijvoorbeeld kledingproducenten minimaal 5 procent gerecyclede materialen te gebruiken en de wereld ziet er al heel anders uit. Er kan veel, het wordt simpelweg niet gedaan.

Een stijgende vraag naar gerecycled textiel zal de keten vervolgens een impuls geven en positieve effecten hebben tot en met de gemeentelijke inzameling. Wij pleiten voor betere fiscale wet- en regelgeving om inzameling, sortering en recyclingbedrijven te ondersteunen en faillissementen te voorkomen. Zonder hen geen circulaire economie over vijf jaar.